all you can art: we’re gonna have a ball!

de opdracht:

leuk hoe het thema van de kickoff terug gaat komen in de finissage. voor deze opdracht begonnen we met het maken van een collage / schets. inmiddels heb ik over mezelf geleerd dat ik niet zo van schetsen ben – ik begin liever met maken en dan schets ik achteraf….als ik daar aan toe kom. anyway, na een uur lezen, kijken, knippen en plakken, kwam dit eruit:

 

en ik heb mijn innerlijk saboteur (achteraf) uitgelegd als iets die klein begint, maar die vanzelf groter wordt – niet echt als een sneeuwbal, maar meer als verschillende negatieve gedachten over mezelf die elkaar vinden en samen, een nog negatiever geheel vormen. death by a thousand papercuts. 

maar toen las ik de opdracht opnieuw. een groot deel van de opdracht gaat om “making the judges feel as uncomfortable as you do when the inner saboteur creeps in”…en toen zat ik te denken ‘eigenlijk ben ik best oke met dit klein fluffy, schattige saboteur. ik voel me daardoor eigenlijk niet ongemakkelijk. afgelopen 3 jaar heb ik eigenlijk deze oude in-de-collage-getoonde innerlijk saboteur bevriend. hij is er nog en zegt weleens dingen, maar nu heb ik mijn innerlijke kracht en geloof in mezelf zo ontwikkeld dat ik gewoon in gesprek kan gaan met deze saboteur. word em dus niet voor deze opdracht, stapje terug!

wat maakt me dan wel ongemakkelijk voelen? 

ik krijg soms nog steeds het gevoel dat ik mij moet verstoppen of verdoven of…dempen. ik denk veel, voel veel, durf veel…en dat moet zich op de een of andere manier uiten, wat ervoor zorgt dat ik ook veel doe. ik volg mijn ideeën in alle vrijheid, experimenteer, en vertaal de gedacht-concepten in mijn hoofd in concrete dingen in de wereld. dit gebeurt ook relatief snel – van idee tot (poging tot) uitvoering duurt echt niet lang.

“als ik aan jou leven of je agenda denk word ik er al moe van.” is meerdere keren tegen mij gezegd, door mensen van verschillende omgevingen. of “je denkt gewoon te groot pip, waarom moet alles zo diep / dromerig / intens / ingewikkeld zijn bij jou?” en als die ook mijncollega’s zijn: “pffft – je maakt veel meer werk voor ons allemaal als we dit gaan uitvoeren. waarom doen we niet hetzelfde als vorige keer?”

er zit wel wat in – voor mij is mijn tijd het meest waardevol dat ik heb. als ik iets doe, dan heb ik het beoordeeld als “mijn tijd waard”. en dingen die mijn tijd waard zijn om te maken – ja, die zijn gewoon vaak diep, dromerig, ingewikkeld en intens. ik zou het allemaal oppervlakkiger kunnen maken – maar dan zou het niet meer zinvol (en dus niet meer leuk) zijn voor mij. in mijn eentje, of met de mensen die me kennen is dit geen probleem – de belangrijke mensen in mijn leven zijn gewoon ook zo. 

maar soms vertel ik mezelf een verhaal over hoe mijn omgeving heel slecht tegen mijn energie kan. “doe maar normaal, pip.” niet uitsteken. niet meer dan het minimum doen voor je 5,5. out of the box? nee, blijf lekker in de box denken. beter nog: stop maar met je denken – is freakin’ irritant, jouw gedachten. verstop je. verdoof je. verdwijn je.

waar komt het vandaan? ik leg ‘s wel uit in een toekomstige post. in het kort: ik was een kind van narcisten – ik heb letterlijk van mijn moeder niks positiefs gehoord over mezelf of anderen. dat zorgde ervoor dat ik heel erg bewust werd van precies hoe vervelend ik ben en precies hoe veel ongemak ik veroorzaak en precies hoe ik de grootste teleurstelling ben voor mijn ouders die alles opofferde om mij dit leven te geven. ik dacht dat ik er al overheen was – maar blijkbaar, als ik heel goed kijk naar binnen, zijn er nog snippets van het leven die ik al lang heb losgelaten. 

ok, back on topic: deze blogpost gaat over mijn innerlijke saboteur en hoe het eruit ziet en hoe het beweegt. heel simpel: ik ben gewoon shiny. deze monster probeert me te vergrijzen. it literally throws shade on me until I want to hide and disappear. 

en dus een tweede sketch: 

het is geen toeval dat elvis een vliegend huis met paraplu’s heeft in zijn atelier en dat ik aan het idee van paraplu’s kwam. paraplu’s werpen natuurlijk schaduwen. daarnaast speelde ik met het idee dat mijn innerlijke monster schaduw zou werpen aan het publiek door het gebruik van zaklampen.

maar van buikgevoel wordt dat em ook niet. nu zit ik heel hard te denken aan “verstop je. verdoof je. verdwijn je”. qua beweging betekent dat dat ik actief ga beginnen, tijdens mijn walk ga verlangzamen en ‘ontpeppen’ en dat op het eind van de runway ga ik mezelf camoufleren in in de vloer. 

en nu de moeilijkste stap: veel mensen denken in beelden. ik denk in…half-afgebeelde concepten? als ik aan een appel denk, zie ik geen duidelijke beeld van een appel – het is wazig en verandert zich constant in al de verschillende mogelijkheden van wat een appel kan zijn. zo ook met mijn innerlijke saboteur. het concept is er…maar hoe ziet het eruit? 

wordt vervolgd. 

all you can art: in the beginning…

and we’re off! all you can art 2023 begon met een feestelijke kick-off: 4 teams, 1 thema: ‘bizarre’, en 4 “beings” die langs de catwalk liepen voor de jury en het publiek. maar het leukst was hoe het auditorium van de kunsthal een trefpunt (lees: ‘hotspot’) wordt voor allerlei verschillende mensen: oud, jong, klein, lang, summerschoolstudenten, kunstenaars, ‘residents’ van de pauluskerk, gewone bezoekers van de kunsthal en iedereen in between. ik was in een groot ruimte vol mensen die ik nog niet kende…maar de sfeer was zo herkenbaar. ik voelde me snel thuis. 

maar wat, precies, is de bedoeling van summerschool? of…waar ik het eigenlijk over wil hebben is mijn bedoeling. 

in mijn dagelijks werk ben ik bezig met de 17 duurzame ontwikkelingsdoelen uitoefenen bij hotspot hutspot – als tokobaas van onze crisiscatering (gratis boodschappen) winkel, als regisseur boterhamsters, als chef voor hotspot hutspot schieham, als combi psycholoog-docent-coach voor onze vrijwilligers, en ook als ‘stagiaire’ bedrijfsvoering en andere ‘grote mensen’ zaken. en dat geeft veel ruimte om creatief bezig te zijn; om kunst te maken. 

maar het soort kunst die ik dagelijks maak is niet hetzelfde soort kunst dat je op de muren in de kunsthal zou vinden. nee – foto’s, video’s, schilderijen, sculpturen – die maak in het zeldzame geval dat er rust en ruimte voor is. het soort kunst dat ik maak bij hotspot hutspot is meer…het cureren van interacties tussen mensen, om momenten te maken die samenkomen om een geheel te vormen. een schilderij, maar de verf zijn mensen en de lijnen zijn wat deze mensen met elkaar doen. 

het punt is, ik ben al beroepskunstenaar: mijn middel is eten en mijn focus ligt heel erg op mensen en de verschillende manieren waarop ik eten kan gebruiken om hen te bereiken, hen verder te helpen en mooie dingen en momenten te maken. maar toch heb ik al 8 jaar lang de ambitie gehad om naar de kunstacademie te gaan – sure, om technische vaardigheden te leren (kan je trouwens ook via boeken, youtube); maar belangrijker: om mezelf bloot te stellen aan nieuwe middelen, ideeën, werkwijzen, creatieve mensen…

als werkverslaafde ben ik nooit aan toe gekomen. sinds het verhaal van pip & pap is alle kunst die ik heb gemaakt bedrijfs-gerelateerd: van gerechten van reststromen die even mooi opgemaakt als lekker zijn, tot stickers voor op de broodtrommels, tot onze inhoudelijke jaarverslagen. kon ik mijn creativiteit daarin kwijt? natuurlijk! waren ze leuk om te maken? jazeker! maar al deze creaties…ze waren gemaakt met een bepaalde doel. het is alsof er een klein stemmetje is in mijn hoofd die zegt dat als mijn werk geen dubbel, trippel, quadrupel nut heeft, dat het dan een inefficiënte tijdsverspilling is. 

de psycholoog in me weet dat dit stemmetje geen waarheid vertelt. dat smoes over ‘inefficiënte tijdsverspilling’ is een leugen, een verdedigingsmechanisme. want de vorige keer die ik l’art pour l’art deed was toen mijn papa aan het overlijden was. ik kon mezelf niet helpen: mijn ziel moest zich uiten in de bladzijden van ons verhaal. en dat was pijnlijk en mooi en intiem en…intens.

de intensiteit is visceraal – een soort spanning die je voelt in elke vezel van je wezen. zo intens dat je gedreven wordt om iets te maken; om al dat gevoel te uiten. maar om dat gevoel te kunnen uiten moet je het eerst intiem leren kennen – je stelt je bloot aan jezelf. je verkent elke donkere hoek van het gevoel om je kunstwerk zo nauwkeurig mogelijk te maken. hoe meer je maakt, hoe dieper je verkent. hoe dieper je verkent, hoe meer je groeit. en groeien is mooi. en groeien doet pijn. en groeien is intens. 

en het is precies deze intensiteit die ik vermijd met mijn ‘inefficiënte tijdsverspilling’ blah blah. als ik alleen mijn creativiteit uit in de kader van hotspot hutspot dan kom ik nooit zo dichtbij mijn ziel als wanneer ik kunst maak voor de kunst. door volledig op mijn werk ‘buiten’ te focussen neem ik aandacht weg van al het werk “binnen” die ik zou kunnen doen. ik ben uit balans. 

en nu ik het heb (h)erkend, moet ik er iets aan doen. vandaar dat ik deze zomer meedoe met all you can art.

let’s go!

 

ik wil papa

“ik wil. mijn. papa!!” schreeuwt mijn innerlijk kind om veel te vroeg ‘s ochtends voor de derde keer deze week. Ik heb het al meerdere keren uitgelegd: papa is overleden, maar hij leeft altijd in je hart en in alles die je doet en die je bent. maar ik snap haar ook hoor: het is gewoon niet hetzelfde als hem in het echt zien. 

ze blijft huilen en ik kan er niks aan doen behalve af en toe een knuffel geven en gewoon daar zijn. maar ik ben niet papa. en ik moet naar werk. ik pak haar spullen in en maak mezelf klaar voor de dag. het huilende kindje moet heel even wachten want ook ik heb een leven. ik heb doelen en plannen en dingen die ik wil doen. 

‘s avonds haal ik haar op van de kinderopvang en zodra we weer thuis zijn is het weer een nachtmerrie: ze wil niet eten of spelen of lezen of slapen. om heel eerlijk te zijn, ik ook niet. want uiteindelijk willen mijn innerlijk kind en ik hetzelfde: 

wij willen papa. 

hoe judith het ziet

het is zomervakantie! ik heb een nieuwe vriendin gemaakt. zij heet ana en en ze is heel leuk. zij is 9 en ik ben 6 en we spelen sinds maandag elke dag samen. vandaag gingen we de vliegtuigen kijken en samen tekenen…en fietsen. en toen kwam pip de maaltijden brengen…en deze keer kreeg ik ook nieuwe slips – met katten erop. en mooie kleuren! ik hou van katten!

we hebben ook een heel klein lieveheersbeestje gevonden op de deur en pip heeft ze met een papiertje gevangen. ze liet het beestje op haar hand lopen – ik vind dat zo eng! maar toen ana en ik naar haar kamer gingen raakten we het beestje kwijt. toen gingen we tekenen en dat was ook leuk.

maar ik mis mijn andere vrienden in schiedam…anderen gaan ook een keer weg in de zomer…mama zegt dat ik het kan zien als een soort vakantie…maar misschien blijven we ook langer…ook als school weer begint. we moesten naar een hotel toe omdat oma en opa verhuisden en wij mochten niet meer in ons huis wonen. het is echt een grote verandering…ik ben blij dat we twee kamers hebben. het is een beetje krap maar ook gezellig. ana en haar ouders delen een kamer dus spelen we meestal bij ons. zijn weet ook niet hoe lang ze hier moet blijven. 

mijn zus, jiska, lijkt het niet te erg te vinden. ze speelt veel op de xbox en praat met mama. maar soms wil ik gewoon iets leuks doen. mama zegt dat we misschien een keer naar plaswijckpark kunnen gaan, in het water spelen. ik hoor mama zeggen tegen pip dat het heel moeilijk is om te wassen hier. en hoe zij het mist om een tosti te maken of een ei te bakken. ik mis het ook. toen we bij opa en oma woonden, hadden wij een hele keuken…maar nu hebben we alleen een waterkoker en een witte koelbox. 

er is ook een koelkast maar dat delen we met de andere gasten en er is weinig plek. we warmen onze eten op in een magnetron. elke dag krijgen we iets nieuws maar soms vind ik het niet lekker. gisteren was er iets raars in ons avondeten – pastinaak. ieieieuw! ik wilde pizza maar dat hadden wij niet. maar nu hebben we wel blauwe bessen en noodles en popcorn voor in de magnetron. 

pip bleef lang praten met mama. en toen ze weg ging, vond ik een bos blauwe ballonnen van een gender review party of zoiets. ik wou ana laten zien…maar toen zei mama dat we moesten eten. morgen dan.